In het prille voorjaar van 2024 wees de Hoge Raad een voor de estate planning praktijk belangrijk arrest. Het ging hier over de vraag of een wijziging van huwelijksvoorwaarden was te kwalificeren als een belaste schenking tussen de echtgenoten (standpunt Belastingdienst) of niet (standpunt belanghebbende). Over vergelijkbare casuïstiek is al veel jurisprudentie gewezen. Toch is ook dit arrest van onze Hoge Raad weer belangrijk voor de belastingadviespraktijk. Hieronder zetten wij de zaak uiteen, en waarom deze zo belangrijk is.

INLEIDING

Het arrest werd gewezen op 16 februari 2024. De vindplaats van het arrest op rechtspraak.nl is hier. De Hoge Raad heeft hierbij nog eens geoordeeld dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden bij of tijdens het huwelijk niet leidt tot een (belaste) schenking. Dat is zelfs zo als echtgenoten voor ongelijke delen gerechtigd worden tot de goederen van de huwelijksgemeenschap. Slechts in uitzonderlijke gevallen moet een wijziging van de huwelijkse voorwaarden worden beschouwd als een belastbare schenking.

HOE ZIT DEZE CASUS IN ELKAAR?

In 2015 trouwen een vrouw en een man na 33 jaar affectieve relatie. Zij trouwen in algehele gemeenschap van goederen. Hiermee zijn de vrouw en haar man in principe ieder gerechtigd tot 50% van zowel de schulden als de goederen van de huwelijksgemeenschap. Eind 2017 worden de huwelijkse voorwaarden aangepast, waarbij de man 10% en de vrouw 90% gerechtigd is tot de gemeenschap. Bijzonderheid in deze casus was, dat op het moment van wijzigen van de huwelijkse voorwaarden, de man ernstig ziek is. Het was echter onduidelijk hoe lang de ziekte nog zou duren. Zuur voor de belanghebbenden is dat binnen twee maanden de man overlijdt, en de vrouw erft als enige erfgenaam.

STELLING BELASTINGDIENST

Hoewel er al veel geprocedeerd is over min of meer vergelijkbare zaken, waaronder ook ‘klassieke collegebank-arresten’ zoals deze en deze, is bekend dat de Belastingdienst in gevallen als dit nogal eens de stelling inneemt dat er sprake is van een schenking tussen echtgenoten. Zo ook hier. De inspecteur legt de vrouw een erfbelastingaanslag op, waarbij hij uitgaat van een gelijke verdeling van de huwelijkse gemeenschap (50%/50%), zonder rekening te houden met de in 2017 overeengekomen huwelijkse voorwaarden. De 40%-punt ‘extra’ gerechtigdheid van de vrouw tot de gemeenschap wordt door de inspecteur op deze wijze met erfbelasting belast. De inspecteur doet daarbij een beroep op fraus legis (dat is kort gezegd: misbruik van recht) omdat er huwelijkse voorwaarden zijn afgesloten met verschillende percentages voor de verdeling van de gemeenschap, omdat geen sprake was van enigszins gelijke levens- en sterftekansen.

Voor ons toch nog enigszins opmerkelijk kreeg de inspecteur gelijk van het Hof Amsterdam. Dit Hof bevestigt het standpunt van de inspecteur. Het opstellen van de huwelijkse voorwaarden onder deze voorwaarden moet worden beschouwd als een belaste schenking, waarbij erfbelastingverijdelende motieven als doorslaggevend werden gezien.

DE HOGE RAAD: HUWELIJKSVOORWAARDEN, SCHENKING EN FRAUS LEGIS

De zaak komt daarna bij de Hoge Raad. Deze beslist anders. Zij beslist dat het opstellen van huwelijkse voorwaarden niet als een schenking wordt beschouwd, zelfs niet wanneer de echtgenoten, volgens deze voorwaarden, ongelijk gerechtigd zijn tot de goederen van de huwelijksgemeenschap. De Hoge Raad doet dat in een arrest, waarin duidelijke overwegingen staan en bewoording wordt gebruikt die voor de adviespraktijk goed werkbaar zijn.

Zo geeft de Hoge Raad ook aanwijzingen dat bepaalde situaties van het wijzigen van huwelijksvoorwaarden wél kunnen leiden tot belastbare schenkingen tussen echtgenoten. Dit zijn dan wel de uitzonderlijke gevallen. Dit doet zich volgens de Hoge Raad voor als:

  1. Het ontgaan van erfbelasting dat het doorslaggevende motief is geweest, en bovendien
  2. Het in strijd zou komen met doel en strekking van de successiewet wanneer de vermogensverschuiving tussen de echtgenoten en het vervolgens overlijden van één van hen niet zou worden aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht.

De Hoge Raad heeft verduidelijkt in welke situaties zo’n uitzonderlijk geval zich voordoet. Als het op het moment van opstellen van de huwelijkse voorwaarden (zo goed als) zeker is dat de echtgenoot die daardoor voor het kleinste deel gerechtigd is tot het gemeenschappelijke vermogen (in dit geval: de man), eerder zal overlijden dan de andere echtgenoot (in dit geval: de vrouw), en daardoor de vermogensverschuiving van de ene echtgenoot naar de andere zal plaatsvinden. Onder dergelijke omstandigheden moet worden aangenomen dat de vermogensverschuiving door de huwelijkse voorwaarden geen andere praktische betekenis kon hebben dan het vermijden van erfbelasting.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dit in dit specifieke geval niet aan de orde was. De aan de vrouw opgelegde aanslag wordt vernietigd.

ANALYSES EN VOORLOPIGE CONCLUSIES DOOR CERVUS

Er zijn enkele voor de praktijk belangrijke analyses te maken na dit arrest.

Ten eerste:
Het eventueel aanpassen van de huwelijkse voorwaarden is een belangrijk instrument bij estate planning, vermogensplanning en/of het verzorgd achterlaten van dierbaren. Volgens de Hoge Raad kan alleen in uitzonderlijke gevallen sprake zijn van een schenking als deze gewijzigd worden.

Ten tweede:
Er zijn wel grenzen. De grens wordt overschreden met name wanneer bij het aangaan of wijzigen van de huwelijkse voorwaarden het (vrijwel?) zeker is dat de echtgenoot, eerder zal overlijden dan de andere. De vraag is echter, wanneer dat het geval is. In de casus van dit arrest in elk geval niet. Het feitelijkcomplex in deze zaak doet vermoeden, dat er niet snel sprake kan zijn van ‘zo goed als zeker’.

Ten derde:
Huwelijken eindigen niet alleen door overlijden. Deze uitspraak heeft in beginsel natuurlijk ook een uitstralingseffect naar situaties met bijvoorbeeld een ontbinding van het huwelijk (zoals echtscheiding). Denk aan de situatie dat echtgenoten huwelijkse voorwaarden aangaan of een (beperkte) gemeenschap van goederen aangaan kort voor echtscheiding. De vraag zal in dat geval zijn, hoe in dergelijke zaken moet worden beoordeeld of een echtscheiding ‘zo goed als zeker’ is.

CONCLUSIE

Hoe dan ook, door dit arrest blijft duidelijk dat het mogelijk is om met de nodige flexibiliteit maatwerk te leveren bij het aangaan of wijzigen van huwelijkse (of partnerschaps-) voorwaarden.

Cervus Tax, april 2024
Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 2616 4880
jpvaneck@cervustax.nl
https://www.linkedin.com/in/jan-pieter-van-eck-198760/

Jan Willem Reilink
+31 (0)6 5351 2060
jwreilink@cervustax.nl
https://www.linkedin.com/in/reilink/

Delen: