Sinds enige tijd kan geen pensioen meer worden opgebouwd in eigen beheer. Hiermee is een einde gekomen aan de grote fiscale bespaartruc.

Dat is niet iets om rouwig over te zijn.

Veel ondernemers liepen grote risico’s en zetten hun financiële toekomst op het spel met dat ‘pensioen’.

Van 2017 tot en met 2019 bestond de mogelijkheid om zo een pensioen af te kopen of om te zetten in een zogenaamde oudedagsverplichting (ODV). In mijn beleving heeft de ruime meerderheid van de ondernemers daar gebruik van gemaakt.

De ODV is verkocht als een simpel en transparant alternatief. De ODV staat als schuld op de balans van de BV en wordt jaarlijks verhoogd met een beetje rente. De aanspraak op de ODV wordt in twintig jaar vanaf de AOW-leeftijd uitgekeerd aan de ondernemer. Overlijdt hij in die tijd, dan gaat het restant over op zijn erfgenamen. Hoe simpel wil je het hebben? Mooi.

Maar niet eind goed, al goed.

Een ODV is een aanspraak. Een aanspraak is een recht, een recht op uitkeringen in de toekomst. De aanspraak is het bedrag waar de ondernemer straks jaarlijks recht op heeft. In de wet staat dat u de aanspraak jaarlijks moet verhogen met de marktrente, ook wel het U-rendement genoemd.

Voor 2019 is die rente voor het eerst negatief. Dan lijkt het logisch dat de aanspraak van de ondernemer niet wordt verhoogd. Het ministerie van Financiën stelt zich op het standpunt dat een negatieve rente de aanspraak van de ondernemer zelfs verlaagt. Dat is een zienswijze waar veel op aan te merken valt.

Maar laten wij niet te veel zeuren, het financieel bedrag is klein te noemen (0,0107%). Bij een grote ODV gaat dit om enkele honderden euro’s daling van de voorziening.

Voor de jaarlijkse uitkering betekent dit dat de uitkering met een paar euro per jaar daalt. Vaak nog geen tientjeswerk. Dus in de praktijk altijd het advies om het standpunt van het ministerie te volgen.

Maar stel nu dat – bewust of onbewust – wordt vergeten om de ODV te laten afnemen. Waar gewerkt wordt, worden tenslotte fouten gemaakt.

Het ministerie van Financiën stelt zich dan ineens op een draconisch standpunt. Volgens dit standpunt leidt een dergelijke fout ertoe dat de hele ODV ineens tot het loon wordt gerekend. Niet alleen moet dan 49,5% loonheffing worden afgedragen, maar dit bedrag wordt verhoogd met 20% revisierente. De totale druk loopt dan dus op tot circa 70% belastingheffing. Bij een grote ODV bedraagt de fiscale schade tonnen.

Een kleine fout in de boekhouding kan tot een grote schade leiden. Een schade die makkelijk kan worden voorkomen. Maar een iets minder standpunt was beter geweest.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uw Cervus adviseur of ondergetekende.

Cervus Belastingadvies

Jan Willem Reilink tel: +31 (0)6 5351 2060

Delen: