In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw hebben veel MKB-ondernemers die ondernemen via een BV-vorm een pensioen in eigen beheer opgebouwd. Dit was dé grote fiscale bespaartruc. De ondernemer claimde een aftrekpost en investeerde het bespaarde belastinggeld in zijn eigen bedrijf. De besparing kon enorm oplopen omdat de Vpb-tarieven destijds nog bijna 45% bedroegen. De tijden zijn veranderd. Nu zitten veel ondernemers met de gebakken peren, en erger. Nu het einde van 2019 nadert, en daarmee het (definitief?) einde van het pensioen in eigen beheer, staan wij nog eens stil bij deze pensioenen.

ADVIEZEN UIT DEN OUDE DOOSCH

Het pensioen in eigen beheer was een echte pensioentoezegging door een werkgever (de eigen BV) aan de werknemer (de DGA). Een voorziening voor de oudedag die goed beschermd moest worden. Voor werknemers werd een pensioen bij een fonds of een verzekeringsmaatschappij ondergebracht. Daar was het pensioen immers veilig.

Maar de ondernemers werden geacht voor zichzelf te kunnen zorgen en daarom mochten zij het pensioen zonder verder toezicht opbouwen. Dat gold niet alleen voor hun oudedag, maar zelfs voor een weduwenpensioen.

Het is meer dan eens voorgekomen dat een ondernemer merkte dat zijn pensioen in het faillissement van zijn bedrijf ten onder ging. Of misschien nog wel erger, dat een achterblijver na het overlijden van de partner ontdekte dat het pensioen feitelijk niet (meer) bestond.

Ook kwam het voor dat twee ondernemers allebei pensioen in dezelfde onderneming opbouwden. Als dan een van hen kwam te overlijden, dan wist de ander zeker dat hij de partner levenslang moest onderhouden. Vaak voor vele tienduizenden euro’s per jaar. Een last die in enkele gevallen heeft geleid tot faillissementen.

HET (FISCALE) TOEZICHT OP DE PENSIOENVOORZIENINGEN

De Belastingdienst hield wel scherp toezicht op de pensioenvoorziening. Alles wat de ondernemer een fiscale besparing oplevert, levert de fiscus namelijk een nadeel op. En de besparing – en dus het nadeel van de fiscus – was vaak groot. Daarbij was het de Belastingdienst niet te doen om de bescherming van de ondernemer of zijn partner.

Als de ondernemer te ver doorschoot, dan moest niet alleen de belastingbesparing worden terugbetaald, maar ook een extra strafheffing worden betaald. Deze claim kon zover oplopen dat de pensioenvoorziening soms voor meer dan 100% werd wegbelast. Het is dan ook geen wonder dat hierover voor de fiscale rechters vele gevechten zijn gevoerd door adviseurs en de fiscus. Veel belastingplichtigen kregen geen gelijk van de rechter en konden afrekenen met de Staat der Nederlanden.

Het pensioen in eigen beheer leek in het begin een prachtige fiscale besparingstruc, maar werd later een giftige cocktail van fiscale ellende. De vergelijking met asbest is treffend. Het lijkt fantastisch, maar blijkt dodelijk.

Ook nu komen deze discussies nog voor. Onlangs werd een ondernemersechtpaar van bijna 80 met een pensioen van circa anderhalve ton aangeslagen door de Belastingdienst voor circa             € 280.000. Daarbij is een boete opgelegd van 50% van de verschuldigde belasting omdat zij willens en wetens de wet zouden hebben overtreden. De ondernemer, aldus de Belastingdienst, had het systeem moeten doorgronden. Nu hadden zij een woning met enige overwaarde en dus resteerde niets anders dan verkoop van hun oude, vertrouwde stek.

Tot 31 december 2019 bestaat de mogelijkheid om het pensioen in eigen beheer anders vorm te gaan geven. Dat kan door het pensioen af te kopen of om te zetten in een oudedagsvoorziening. Ondernemers die nog geen actie hebben genomen wordt dringend geadviseerd dat snel te gaan doen.

Cervus Belastingadvies B.V.
Jan Willem Reilink
+31 (0)6 5351 2060

Delen: