Op Prinsjesdag is het definitieve wetsvoorstel ‘Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen’ bij de Tweede Kamer ingediend. Onderdeel van het wetsvoorstel is ook de positie van onderwijsinstellingen. De huidige plannen kunnen tot gevolg hebben dat onderwijsinstellingen aan de Vpb onderworpen raken. De voorstellen hebben in elk geval tot gevolg dat de meeste onderwijsinstellingen in actie zullen moeten komen. Het kabinet streeft ernaar de wetswijzigingen per 1 januari 2015 in te laten gaan. Effectief zal de wet werking hebben voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.

HET WETSVOORSTEL

Het definitieve wetsvoorstel ‘Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen’ beoogt – zoals dat mooi heet – een gelijk speelveld te creëren tussen private ondernemingen en concurrerende overheidsondernemingen.

Het wetsvoorstel richt zich in eerste instantie op ondernemingen van de overheid. In het voorstel worden ondernemingen van onder meer publiekrechtelijke universiteiten en onderwijsinstellingen die deel uitmaken van gemeenten belastingplichtig. Omdat er géén echte onderwijsvrijstelling bestaat in de Wet Vpb, konden ondernemingen van privaatrechtelijke instellingen (veelal in de vorm van stichtingen), zoals bijvoorbeeld Hogescholen of ROC’s op basis van bestaande regels al in de Vpb worden betrokken.

In het wetsvoorstel is nu onder voorwaarden een specifieke vrijstelling opgenomen voor onderwijsinstellingen die werkzaamheden op het gebied van bekostigd onderwijs en onderzoek verrichten. Deze vrijstelling geldt zowel voor publiekrechtelijke onderwijsinstellingen als privaatrechtelijke onderwijsinstellingen.

De wet voorziet in een combinatie van een subjectieve en objectieve vrijstelling. De subjectieve vrijstelling kan een lichaam geheel vrijstellen, de objectieve vrijstelling stelt een bepaald winstbestanddeel vrij.

VRIJSTELLINGEN

De subjectieve vrijstelling is van toepassing op de gehele winst van een onderwijsinstelling. Ze is van toepassing indien aan de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

  • Ten minste 90% van de activiteiten bestaan uit onderzoeks- en onderwijsactiviteiten (activiteitenseis); en
  • Deze activiteiten worden voor ten minste 70% bekostigd uit (samengevat) publieke middelen (bekostigingseis).

Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, geldt er géén subjectieve vrijstelling. Dit betekent dat de onderwijsinstelling Vpb-plichtig wordt. Zij zal dan een fiscale openingsbalans moeten opstellen. In dat geval worden via de objectieve vrijstellingen de voordelen uit de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten, weer vrijgesteld.

Conclusie is dat het niet voldoen aan de subjectieve vrijstelling (zeer veel) administratieve lasten met zich mee zal brengen.

TIMING

Zoals gezegd is het wetsvoorstel inmiddels ingediend. Het kabinet streeft ernaar het wetgevingsproces vóór 1 januari 2015 af te ronden zodat het wetsvoorstel per 1 januari 2015 in werking kan treden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. Zodoende kan het jaar 2015 dienen als implementatiejaar voor zowel potentieel belastingplichtigen als voor de Belastingdienst. Implementatie betekent onder meer het opstellen van de openingsbalans, het (eventueel) aanpassen van de structuur en het toepassen van de juiste winstbepalingsregels waaronder bijvoorbeeld verrekenprijzen.

ADVIES VAN CERVUS

Wij adviseren alle onderwijsinstellingen hun Vpb-positie op korte termijn te (laten) inventariseren. Eventuele actie volgt daarna. Onze ervaring is verder dat het van belang is tijdig de diverse afdelingen van een onderwijsinstelling bewust te maken van deze wetswijziging. Mocht uit een scan blijken dat de structuur van uw onderwijsinstelling gewijzigd dient te worden, dan is het van belang daar ook reeds op te anticiperen.

QUICK SCAN VPB DOOR CERVUS

De adviseurs van Cervus hebben een ruime ervaring met het Vpb-plichtig worden van (semi)overheidsbedrijven waaronder onderwijsinstellingen. Zij kunnen via een quick scan efficiënt adviseren over de gevolgen van dit wetsvoorstel.

Cervus is een volledig onafhankelijk belastingadvieskantoor. Op deze wijze is het uitgesloten dat er een belangenverstrengeling ontstaat met de huisaccountant van de instelling.

Cervus Belastingadvies B.V.
Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 2616 4880
jpvaneck@cervusbelastingadvies.nl

Delen: