Lang hebben wij bij Cervus Tax uitgekeken naar dit arrest van het Gerechtshof. Bij de uitspraak van de rechtbank in deze zaak (2022, zie deze blog bij Cervus Tax) stonden wij ook al eerder stil. Het hof bevestigt nu ook – net als de rechtbank dus eerder – dat er grenzen zijn aan het Zorgbesluit. Lees hieronder meer:
Op 13 februari 2025 heeft het gerechtshof ’s-Hertogenbosch een belangrijk arrest gewezen dat duidelijkheid biedt over de verhouding tussen wettelijke eisen en aanvullende voorwaarden uit het Zorgbesluit van 25 november 2019. Dit arrest vind je hier (klik op ECLI:NL:GHSHE:2025:538). Dit arrest is relevant voor alle zorgaanbieders en zorginstellingen in de sector. In het bijzonder ook zorginstellingen in de vorm van een coöperatie (zie hierna). De coöperatie is heden ten dage een veelgebruikte rechtsvorm bij zorginstellingen.
Kern van de zaak
In deze zaak stond mede centraal of de extra voorwaarden die in het Zorgbesluit zijn opgenomen, ook daadwerkelijk als wettelijke eisen gelden bij de beoordeling van een aanspraak op zorg. Zowel de rechtbank als het hof hebben zich uitgesproken over de status van deze aanvullende voorwaarden.
Overwegingen van het hof
Het hof sluit zich uitdrukkelijk aan bij het oordeel van de rechtbank: de extra voorwaarden uit het Zorgbesluit hebben géén invloed op de eisen die rechtstreeks uit de wet voortvloeien. Opvallend is overigens dat de Hof daarbij overweegt dat het Zorgbesluit van later datum is, en daarom niet meegewogen kan worden. Heet versimpeld samengevat betekent dat, dat wanneer de wet bepaalde voorwaarden stelt voor het recht op de zorgvrijstelling, deze niet door beleidsregels of besluiten verder kunnen worden verzwaard. Het hof motiveert dit als volgt:
- Wettelijke grondslag: De wetgever heeft in de relevante wetgeving (zoals de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en het Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971) helder vastgelegd aan welke voorwaarden moet worden voldaan voor een aanspraak op de zorgvrijstelling.
- Beperkte rol van het Zorgbesluit: Het Zorgbesluit kan deze wettelijke eisen niet uitbreiden of verzwaren. Beleidsregels en besluiten mogen de wet niet doorkruisen of aanscherpen. Het hof overweegt daarbij, dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat dit een uitdrukkelijke keuze van de wetgever was.
Praktische betekenis voor de zorgsector
Deze uitspraak onderstreept het belang voor zorginstellingen om zich goed te laten adviseren over de reikwijdte van de zorgvrijstelling in de vennootschapsbelasting. Voor geen enkele zorginstelling is het namelijk prettig om (onverhoopt!) te worden geconfronteerd met sfeerovergangen.
Conclusie
Het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch bevestigt naar onze mening dat de extra voorwaarden uit het Zorgbesluit in beginsel geen invloed hebben op de wettelijke vrijstelling. Dit is een stevige conclusie, dat snappen wij ook, maar dit lijkt de heldere boodschap van het hof. Het is overigens ook niet de eerste keer dat zo is beslist onder de maatschappelijke vrijstellingen van artikel 5 Wet op de vennootschapsbelasting. Mede omdat dit een nogal principiële kwestie betreft is er cassatie aangetekend door de staatssecretaris (dit voorspelden wij al na de publicatie van de rechtbankuitspraak in 2022).
In de praktijk bleek dat er ook veel coöperaties nadelen ondervonden van de standpunten van de staatssecretaris in het Zorgbesluit. Bijvoorbeeld coöperaties die werkzaam zijn in de huisartsen spoedzorg of de ketenzorg.
Wilt u meer weten over deze uitspraak of wat deze betekent voor uw organisatie? Neem gerust contact op met ondergetekende.
Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 4616 2880
jpvaneck@cervustax.nl
© Copyright 2022 – voorwaarden – privacy statement – website by Advice