Vaak zijn medisch assistenten in dienstbetrekking bij een zorginstelling. De laatste jaren komt het in het kader van flexibilisering van arbeid steeds meer voor dat deze assistenten op zelfstandige basis werken. Ze sluiten dan een overeenkomst met de zorginstelling over hun dienstverlening. Voor de heffing van btw speelt dan de vraag of deze diensten met btw belast (21%) zijn of onder de medische vrijstelling, dan wel een andere vrijstelling, vallen. Wanneer er sprake is van btw-belastbaarheid heeft de zorginstellig te maken met hogere kosten, aangezien ze de btw doorgaans niet in aftrek kan brengen. De Belastingdienst is van mening dat de assistenten onder leiding en toezicht van het ziekenhuis werkzaam zijn, zodat naar haar mening de diensten door zelfstandige assistenten kwalificeren als het uitlenen van personeel.
HOGE RAAD SCHEPT DUIDELIJKHEID
Er bestond geruime tijd onduidelijkheid over hoe hiermee moet worden omgegaan. In onze vorige factsheet berichtten wij hier al over. Diverse gerechtshoven en rechtbanken namen uiteenlopende standpunten over deze materie in.
Op vrijdag 13 juni 2014 heeft de Hoge Raad de gewenste duidelijkheid gegeven. De Hoge Raad oordeelde over een tweetal casussen.
ZZP-ER
De eerste betrof een op zelfstandige basis werkzame verpleegkundige en anesthesiemedewerker, die als zorgverlener is opgenomen in het BIG-register. Op grond van een overeenkomst met het ziekenhuis verricht hij feitelijk de werkzaamheden van een anesthesieverpleegkundige.
Volgens de Hoge Raad zijn deze diensten vrijgesteld van btw. De werkzaamheden worden als zelfstandig ondernemer verricht. De omstandigheden dat belanghebbende gehouden is instructies van de ziekenhuizen of anesthesiologen op te volgen, en dat hij behoudens eigen opzet of bewuste roekeloosheid niet aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit het verrichten van de werkzaamheden, staan aan deze conclusie niet in de weg.
De Hoge Raad concludeert dat de overeenkomsten inhouden dat deze anesthesiemedewerker diensten verricht bestaande uit het verrichten van anesthesiewerkzaamheden en dat deze diensten door belanghebbende worden verricht in zijn hoedanigheid van beoefenaar van een beroep waarvoor regels zijn gesteld krachtens de Wet BIG.
MAATSCHAP
In de tweede casus ging het om een maatschap van vier operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, die met verschillende ziekenhuizen overeenkomsten heeft gesloten. Op grond hiervan verrichten de maten werkzaamheden van operatieassistent en/of anesthesiemedewerker.
Ook in deze casus oordeelt de Hoge Raad dat de diensten van de maatschap zijn vrijgesteld van btw. De Hoge Raad merkt deze diensten aan als ‘medische verzorging’. De feitelijk verrichte werkzaamheden van een operatieassistent respectievelijk een anesthesieverpleegkundige vormen naar hun aard namelijk een wezenlijk, inherent en onafscheidbaar deel van aan patiënten geboden medische verzorging (chirurgie). Dat de maten instructies moesten opvolgen en zich moesten houden aan de ziekenhuisregels, doen aan deze conclusie niet af.
ADVIES VAN CERVUS
Als medisch assistenten overeenkomsten tot medische dienstverlening sluiten met zorginstellingen, is het voor zowel de zorginstelling als de medisch assistenten raadzaam om vooraf de fiscale koers te bepalen met inachtneming van bovenstaande ontwikkelingen. In geval van lopende overeenkomsten is het zinvol om deze onder de loep te nemen om te beoordelen of deze de fiscale toets der kritiek kunnen doorstaan.
De adviseurs van Cervus hebben ruime ervaring op dit terrein en staan u hierbij graag terzijde.
© Copyright 2022 – voorwaarden – privacy statement – website by Advice