Op Prinsjesdag 2018 zagen wij aangekondigd dat er een maatregel komt tegen excessief lenen door een DGA van de eigen BV. Hierover is nu een internetconsultatie geopend (zie website). Het gaat om de maatregel om belastingheffing in box 2 naar voren te halen over – volgens onze regering bovenmatige – schulden aan de BV. Bovenmatig worden beschouwd, schulden van meer dan € 500.000. Een AB-houder is iemand die minimaal vijf procent belang heeft in een vennootschap. Daarmee is direct een eerste signalement geplaatst. Het voorstel is ruimer dan enkel de directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) zoals eerder aangekondigd. Beoogde inwerkingtreding van de maatregel is 1 januari 2022. Omdat het eerste toetsmoment 31 december 2022 is, heeft de AB-houder tot dat moment de tijd om bovenmatige schulden zoveel mogelijk af te lossen. Het is aan te bevelen om dit jaar al te onderzoeken of acties vereist zijn. Tot en met 1 april 2019 kan iedereen op de consultatie reageren.

De nu aangekondigde regeling sluit aardig aan bij de eerste contouren. Zie hiervoor onze nieuwsflash inzake Prinsjesdag 2018. Er worden regels voorgesteld voor onder meer schulden van (groot)ouders en (klein)kinderen van de belastingplichtige en diens partner. Een eigenwoningschuld is van de maatregel uitgezonderd, waarbij voor nieuwe eigenwoningschulden (aangegaan ná 31 december 2021) een formeel hypotheekrecht aan de eigen bv moet zijn verstrekt.

CONCRETE BETEKENIS VOOR DE PRAKTIJK

Belangrijk is dat men beseft dat dit ‘slechts’ een consultatie betreft. Het is nog geen wetsvoorstel. Wel menen wij bij Cervus dat elke AB-houder er goed aan doet er rekening mee te houden dat er een regeling komt die in lijn zal zijn met hetgeen nu geconsulteerd wordt. Kortom: naar de mening van Cervus doet u er goed aan te anticiperen.

Dat betekent dat u als AB-houder in principe tot 31 december 2022 de tijd hebt voor het afbouwen van bovenmatige leningen die bij uw eigen bv of bv’s lopen. Het gaat niet alleen om leningen van uzelf en uw partner, maar ook om die van met u of uw partner verbonden personen in rechte lijn: (groot)ouders en (klein)kinderen.

Verstandig is het om daarbij rekening te houden met de al aangekondigde verhoging van het box 2 tarief van 25% naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. Dit betekent dat het in veel gevallen de voorkeur zal hebben om een bovenmatig gedeelte van de schulden aan de bv of bv’s – zo mogelijk – nog in 2019 af te lossen.

INHOUD VAN DE GECONSULTEERDE MAATREGEL

Zoals gemeld is het voorstel de maatregel te laten gelden voor alle aanmerkelijkbelanghouders en niet alleen dga’s. Schulden van een AB-houder aan de eigen bv of bv’s worden beschouwd als bovenmatige leningen voor zover die in totaal bij alle AB-vennootschappen meer bedragen dan    € 500.000. Vanaf 2021 wordt het meerdere belast in box 2 tegen het reguliere AB-tarief (dan 26,9%). Indien u de schuld dan verder laat oplopen, is de verdere toename ook weer belast.

De maatregel werkt niet door naar box 1 en box 3 noch naar de dividendbelasting en de vennootschapsbelasting. Hiermee wordt beoogd de uitvoeringslasten zo laag mogelijk te houden, maar of dit gewenste effect ook zal worden bereikt is twijfelachtig. De maatregel heeft ook geen civielrechtelijke betekenis. De lening genereert fictief inkomen in box 2, maar blijft civielrechtelijk bestaan zodat er nog steeds rente moet worden betaald en er op de schuld moet worden afgelost. Voor de vennootschap (schuldeiser) betekent dit dat de waardering van de vordering op de aandeelhouder (schuldenaar) op de fiscale balans als gevolg van deze maatregel geen wijziging ondergaat en dat de bv periodiek ook over het voor de AB-houder bovenmatige deel van de lening rente ontvangt en moet verantwoorden in haar resultatenrekening. Ingeval de schuld in box 3 valt, verlaagt de schuld de rendementsgrondslag voor het inkomen uit sparen en beleggen.

Verder bevat het voorstel de opmerking dat de bestaande rechtspraak van toepassing blijft. Dat houdt kort gezegd in dat wanneer vaststaat of vast komt te staan dat de schuld niet zal worden afgelost, een verkapte winstuitdeling wordt aangenomen en aanmerkelijkbelangheffing zal moeten worden voldaan. Dit geldt zowel voor schulden beneden als boven € 500.000. Door onder de grens van € 500.000 te blijven, kan dus niet een safe haven worden beschouwd.

OM WELKE SCHULDEN GAAT HET?

Het voorstel bevat op dit vlak samengevat de volgende regeling:

  • Alle typen leningen, zowel zakelijke als onzakelijke, vallen onder de maatregel.
  • Vorderingen en rechten op de vennootschap worden niet gesaldeerd met de schulden aan de vennootschap.
  • Het maximumbedrag geldt gezamenlijk voor de AB-houder en zijn of haar partner.
  • De maatregel geldt ook voor schulden van (groot)ouders en (klein)kinderen van de AB-houder en diens partner aan de bv van de AB-houder. Voor ieder van hen wordt per persoon bekeken of de schuld meer bedraagt dan € 500.000 en is het meerdere belast als bovenmatige schuld. De AB-houder moet vervolgens de belasting over deze bovenmatige gedeelten van de schulden betalen, en dus niet de schuldenaar.
  • Er is geen mogelijkheid om tegenbewijs te leveren.
  • Eigenwoningschulden zijn uitgezonderd van de maatregel. Voor nieuwe eigenwoningschulden – aangegaan ná 31 december 2021 – moet wel een hypotheekrecht aan de eigen bv zijn verstrekt.

HOE WORDT DUBBELE HEFFING VOORKOMEN

Belastingheffing via deze maatregel leidt tot een heffing over niet genoten voordelen. Er komt daarmee dus ook een maatregel om dubbele heffing te voorkomen. Zo mag bij een toekomstige verkoop van de eigen bv rekening worden gehouden met bedragen die via deze regeling zijn belast. Opvallend genoeg geldt deze mogelijkheid voor verrekening niet met eventuele dividenduitkeringen.

INWERKINGTREDING EN TOETSMOMENT

De regeling moet per 1 januari 2022 in werking treden. Of sprake is van excessieve schulden wordt getoetst aan het einde van ieder jaar. Het eerste toetsmoment zou op basis van de consultatie dus 31 december 2022 worden. Zoals gezegd, het is verstandig eerder actie te nemen.

CONTACT CERVUS

Meer dan ooit wordt het voor de AB-houder belangrijk om goed na te denken over het opnemen van leningen uit eigen bv. Uw adviseur bij Cervus kan u hierover adviseren. Neem voor vragen over de voorgestelde maatregelen contact op met uw Cervus adviseur.

Cervus Belastingadvies B.V.
Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 2616 4880
jpvaneck@cervusbelastingadvies.nl

Jan Willem Reilink
+31 (0)6 5351 2060
jwreilink@cervusbelastingadvies.nl

Delen: