Tijd om nog weer even kort stil te staan bij nieuwe ontwikkelingen en (ervaringen met) het nieuwe Verrekenprijzenbesluit. Medio 2022 werd het nieuwe Verrekenprijzenbesluit van 14 juni 2022 gepubliceerd (hierna: het Verrekenprijzenbesluit). Het Verrekenprijzenbesluit vervangt in principe het Verrekenprijzenbesluit van 22 april 2018. Nu, ruim een jaar later, worden de eerste ervaringen met het Verrekenprijzenbesluit openbaar gemaakt. Bijvoorbeeld via ervaringen in de overleggen erover met de Belastingdienst, berichten in de vakliteratuur en geventileerde meningen via nieuwsbrieven en/of social media van advieskantoren. Verder zijn meer recent, op 12 september 2023, door de Europese Commissie twee nieuwe wetsvoorstellen gepubliceerd: een richtlijn ”Business in Europe: Framework for Income Taxation (BEFIT)” over een gemeenschappelijke heffingsgrondslag en een richtlijn ”Transfer Pricing” over verrekenprijzen. 

HET VERREKENPRIJZENBESLUIT

Tijd om nog weer even kort stil te staan bij dit nieuwe Verrekenprijzenbesluit en een aantal nieuwe ontwikkelingen. De huidige versie van dit besluit kunt u hier downloaden. De belangrijkste wijzigingen waren de volgende:

  • Er zijn een aantal volledig nieuwe onderdelen over financiële transacties toegevoegd. De aanleiding werd gevonden in nieuwe OESO-richtlijnen, waarin met name meer focus wordt gelegd op ‘substance’ en de toepassing van de Comparable Uncontrolled Price (CUP)methode. Daarnaast is een geheel nieuwe paragraaf opgenomen over financiële dienstverlening binnen de groep. Dit onderdeel is in de praktijk belangrijk.
  • In het beleid inzake dienstverlening in concernverband is een aanpassing gemaakt.
  • Een belangrijke achtergrond was het volgende. In de afgelopen jaren zijn de OESO-richtlijnen inzake verrekenprijzen gewijzigd (laatstelijk op 20 januari 2022), mede als gevolg van het BEPS-project van de OESO. Deze OESO-richtlijnen zullen ook in de toekomst regelmatig worden aangepast en zullen zo nodig leiden tot een nieuw verrekenprijsbesluit. Hieronder volgt een korte weergave van de belangrijkste wijzigingen in het Besluit.

DE BASIS: HOE ZIT HET OOK ALWEER MET DE VERREKENPRIJZEN OF ‘TRANSFER PRICING’? HET VERREKENPRIJZENBESLUIT

In de Wet Vpb is de verplichting opgenomen dat belastingplichtigen bij onderlinge transacties rekening moeten houden met zakelijke verrekenprijzen, ook wel bekend als ’transfer pricing’. De winsttoerekeningregels en methodieken van transfer pricing zijn vastgelegd in verschillende bronnen. Zo is er het genoemde Verrekenprijzenbesluit. Ook zijn deze regels in verschillende (internationale) bronnen beschreven. Zo heeft bijvoorbeeld de OESO internationale richtlijnen ontwikkeld, die door veel belastingautoriteiten worden gebruikt.

Het Verrekenprijzenbesluit is één van de belangrijkste nationale bronnen waarin de methodiek van (Nederlandse) transfer pricing is beschreven volgens de mening van de staatssecretaris. Het vormt daarmee ‘beleid’. En beleid heeft twee belangrijke kenmerken. Ten eerste kunnen belastingplichtigen er zekerheid aan ontlenen. Anderzijds vormt beleid ook een ‘werkinstructie’ voor de inspecteurs van de Belastingdienst. Inspecteurs zullen in beginsel het beleid altijd volgen wanneer zij standpunten innemen. In het Verrekenprijzenbesluit geeft de staatssecretaris bijvoorbeeld aan hoe door de Nederlandse Belastingdienst met bepaalde thematiek wordt omgegaan. Het is daarmee op sommige vlakken een verduidelijking van het standpunt van de staatssecretaris met betrekking tot beleid dat elders is beschreven.

BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN IN HET VERREKENPRIJZENBESLUIT

Het nieuwe Verrekenprijzenbesluit bevat een aanpassing van de onderdelen over financiële transacties, waarbij leningen, dienstverleningslichamen, cash pooling, garanties en captives aan de orde komen. Ook is het onderdeel over dienstverlening in concernverband aangepast. Er is verder een geheel nieuw onderdeel in het Besluit opgenomen betreffende dienstverleningslichamen (DVL’s). De daar opgenomen bepalingen lijken fors af te wijken van het vorige verrekenprijzenbesluit en bovendien een mening over de kans op het ‘zelfstandig aantrekken’ van de leningen door deze entiteit.

De ervaringen die met deze nieuwe bepalingen worden opgedaan zijn wisselend. Op onderdelen lijkt het geformuleerde beleid juist multinationals op weg te helpen om winsten neer te laten slaan waar zij dat wensen (denk hier aan de ‘control over risk’ bepalingen). Anderzijds lijkt het nieuwe beleid weer niet de duidelijkheid te verschaffen die er in Luxemburg wel is gecreëerd enige jaren terug toen daar aanpassingen aan de wet werden gemaakt.

Tot slot zijn er in het nieuwe Besluit tekstuele wijzigingen aangebracht waardoor de gebruikte terminologie beter aansluit bij de bewoording van de OESO-richtlijnen (per 2022) en de Nederlandse wet- en regelgeving. Dit zijn eigenlijk allemaal welkomen vernieuwingen.

TRANSFER PRICING: BELANGRIJK OM IN CONTROL TE BLIJVEN. IS UW TRANSFER PRICING BELEID NOG UP-TO-DATE?

In het begin van deze blog werd het al even benoemd: er is de afgelopen jaren ook op het vlak van Transfer Pricing veel veranderd. Niet alleen vond er een aanpassing plaats van de OESO-richtlijnen. Eigenlijk alle BEPS-maatregelen hebben wat ons betreft ook ‘een vorm van een uitwerking’ op Transfer Pricing. En deze wijzigingen komen niet zomaar uit de lucht vallen. Internationale ontwikkelingen beïnvloeden dit proces doorlopend. Nieuwe regelgeving (zoals bijvoorbeeld dit aangepaste Verrekenprijzenbesluit) kunnen aanleiding geven om uw processen, prijzen en rekenmethodieken weer eens tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen en te optimaliseren.

Denk in dit kader bijvoorbeeld maar eens aan de recente ontwikkelingen in Europa. Zo heeft de Europese Commissie nieuwe richtlijnen gepresenteerd in september 2023 genaamd ”Business in Europe: Framework for Income Taxation (BEFIT)” over een gezamenlijke heffingsgrondslag en ”Transfer Pricing”  over verrekenprijzen. U kunt vanuit hier direct doorklikken naar BEFIT of de Europese richtlijn inzake verrekenprijzen. Het BEFIT-voorstel bevat regels voor de invoering van een gemeenschappelijk kader voor de vennootschapsbelasting in de Europese Unie, met als doel het vervangen van de verschillende manieren waarop de huidige lidstaten de heffingsgrondslag bepalen. De regels in het voorstel gelden voor groepen bedrijven met een jaarlijkse gezamenlijke omzet van meer dan € 750 miljoen.

ADVIESVRAAG: CERVUS TAX

Hebt u vragen over deze materie? Of is het de bedoeling dat u uw (lokale) Transfer Pricing op orde brengt? Neem dan contact op met Cervus. Onze adviseurs bespreken graag hoe wij u van dienst kunnen zijn.

Cervus Tax, november 2023

Derk Prinsen
+31 (0)6 2021 0645
dprinsen@cervustax.nl

Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 2616 4880
jpvaneck@cervustax.nl

Maarten Jan Brouwer
+31 (0)6 1493 2773
mjbrouwer@cervustax.nl

 

Delen: