Lang verwacht, en nu eindelijk bekend gemaakt: eind februari heeft de staatssecretaris namens het kabinet zijn plannen bekend gemaakt om belastingontwijking en belastingontduiking tegen te gaan. Hij stuurde twee brieven naar het parlement met prioriteiten voor de periode tot en met 2021. De eerste brief – Fiscale beleidsagenda – geeft de beleidsambitie ten aanzien van de fiscale maatregelen van het kabinet. De tweede brief gaat over de inzet van het kabinet om belastingontwijking en belastingontduiking aan te pakken. In beide brieven zijn vergaande maatregelen opgenomen, die in de praktijk een aanzienlijk impact zullen hebben. Wij concentreren ons in deze factsheet op de voorstellen ten aanzien van de aanpak van belastingontwijking en belastingontduiking. Belangrijk signaal in deze, is dat de voorgestelde aanpak sterk internationaal georiënteerd is. Daarnaast is ze op onderdelen strenger dan volgens de internationale afspraken binnen OESO en/of EU verband gemaakt. Vanaf hier is het afwachten hoe en op welke wijze de plannen omgezet gaan worden in concrete wetsvoorstellen.

AANPAK BELASTINGONTWIJKING EN BELASTINGONTDUIKING

De staatssecretaris baseert de bestrijding van belastingontwijking en belastingontduiking op twee pijlers, te weten: (A) bescherming van de belastinggrondslag en (B) maatregelen in de sfeer van transparantie en integriteit.

AD (A): BESCHERMING VAN DE BELASTINGGRONDSLAG

Om tegen te gaan dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen zal het kabinet voorstellen per 2021 een bronbelasting in te voeren op uitgaande rente- en royaltystromen naar ‘low tax jurisdictions’ en in misbruiksituaties. Gelijktijdig met het afschaffen van de dividendbelasting wordt in 2020 een bronbelasting op dividend ingevoerd in gevallen die kwalificeren als ‘misbruik’. Ook wordt voorgesteld de substance-eisen te verzwaren. De staatssecretaris wil overigens ook in bestaande verdragssituaties dit mogelijk herzien (herzien verdragenbeleid). In de loop van 2018 zal hij de Kamer hierover verder informeren.

Het kabinet stelt voor verdergaande maatregelen in te voeren dan opgenomen in de eerste en tweede Europese richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking (ATAD1 en ATAD2). Onder meer door invoering van de earningsstrippingmaatregel (beperking aftrekbaarheid van rente tot 30% van de EBITDA). Daarbij komt géén groepsuitzondering. De drempel is ook strenger: deze wordt verlaagd van 3 naar 1 miljoen. Bovendien komt er geen eerbiedigende werking voor bestaande leningen.

Het kabinet wil ook het Multilateraal Instrument (MLI) gaan inzetten. Hierdoor wil zij het verdragennetwerk minder vatbaar maken voor oneigenlijk gebruik. Eén van de maatregelen die Nederland door middel van het MLI in de belastingverdragen wil opnemen is een principal purpose test. Als het verkrijgen van verdragsvoordelen één van de voornaamste doelen is van een structuur of transactie, dan voorkomt de principal purpose test dat een verdragspartner van Nederland ten onrechte wordt beperkt in de heffingsbevoegdheid. De principal purpose test draagt er zo aan bij dat Nederland onaantrekkelijk wordt voor ongewenste doorstroomstucturen.

De geheel nieuwe maatregel tegen gecontroleerde buitenlandse vennootschappen (zogenaamde: Controlled Foreign Companies, CFC’s) zal streng worden ingevuld door aan te sluiten bij Model A van ATAD1. Dit leidt tot beperktere toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor (niet uitgekeerd) passief inkomen uit laagbelaste jurisdicties.

Een uitzondering voor deze CFC bijheffing bestaat indien sprake is van een ‘wezenlijke economische activiteit’, waarbij zal worden aangesloten bij dezelfde aangescherpte ‘relevante substance’ voorwaarden die nu gelden voor de dividendbelasting.

Ook het nationale beleid inzake verrekenprijzen wordt in overeenstemming gebracht met de aangescherpte OESO-richtlijnen. De bedoeling is te voorkomen dat winsten worden verplaatst naar landen waar de waarde niet is gecreëerd.

AD (B): BEVORDEREN TRANSPARANTIE EN INTEGRITEIT

Ook op dit vlak worden vele maatregelen voorgesteld. Ter versterking van de informatiepositie van de Belastingdienst worden financiële tussenpersonen (bijvoorbeeld trustkantoren, advocaten, notarissen en belastingadviseurs) verplicht om informatie aan de Belastingdienst te verstrekken over grensoverschrijdende ‘mogelijk’ agressieve belastingstructuren. In het kader van meer transparantie zullen ook aan hen opgelegde vergrijpsboetes openbaar worden gemaakt. Alles met als doel, dat deze partijen zich beter verantwoorden richting de buitenwereld.

GEVOLGEN VOOR DE PRAKTIJK

Vele van de genoemde plannen zullen vergaande lastenverzwaring voor het bedrijfsleven oproepen. Voor internationaal opererende bedrijven is dit evident gezien de voorstellen. Echter, ook nationaal opererende bedrijven zullen worden getroffen. Denk aan de earningstrippingmaatregel voor zwaar gefinancierde bedrijven zoals vastgoedpartijen. Verder is het de verwachting dat de extra regeldruk die wordt opgelegd aan financiële tussenpersonen zijn weerslag zal hebben op de compliance en dus kostenstructuur van bedrijven.

Cervus Belastingadvies B.V.
Jan Pieter van Eck
+31 (0)6 2616 4880
jpvaneck@cervusbelastingadvies.nl

Bron: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2018/02/23/kabinet-pakt-belastingontwijking-en-belastingontduiking-aan

Delen: