Op 14 april 2014 stuurde de staatssecretaris een brief aan de Tweede Kamer voor de voorgestelde ingrijpende wijzigingen in de vennootschapsbelastingplicht (Vpb-plicht) voor overheidsbedrijven. Bij deze brief zat een conceptwetsvoorstel. De branche krijgt de mogelijkheid om te reageren op dit concept. Echter, omdat het wetsvoorstel mede tot stand is gekomen op aandringen van de Europese Commissie, is het de verwachting dat het voorstel grotendeels in deze vorm wet zal worden. Het kabinet streeft ernaar de wetswijzigingen per 1 januari 2015 in werking te kunnen laten treden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016.

HET WETSVOORSTEL

Verkort samengevat geldt voor overheidsbedrijven op dit moment dat ze van Vpb zijn vrijgesteld ’tenzij (…). Het wetsvoorstel draait dit om. Voor overheidsbedrijven gaat gelden dat ze Vpb-plichtig zijn, ’tenzij (…)’.

ONDERNEMING

Voor elke onderneming van een overheidslichaam geldt in deze plannen in beginsel Vpb-plicht. Een onderneming is een zogenaamde duurzame organisatie van arbeid en kapitaal die deelneemt aan het economische verkeer, met een objectief winstoogmerk. Voor de uitleg hiervan wordt aangesloten bij de al bestaande jurisprudentie. Of de onderneming al dan niet in een afzonderlijke rechtspersoon is ondergebracht is niet relevant (rechtsvorm neutraal). Ook is het de bedoeling alle activiteiten waarmee in concurrentie wordt getreden, belastingplichtig te maken. Activiteiten die bestaan uit passief vermogensbeheer zullen géén onderneming zijn. De uitwerking van deze voorstellen kan in de praktijk merkwaardige effecten met zich meebrengen. Bijvoorbeeld als één overheidslichaam meerdere overheidslichamen drijft. Deze kunnen zonder nadere planning niet winsten en verliezen met elkaar verrekenen.

ALGEMENE VRIJSTELLINGEN

Het aantal vrijstellingen in de voorstellen is groot. In de plannen is een aantal algemeen geldende vrijstellingen opgenomen. Vrijgesteld zijn:

  • ‘Echte’ overheidstaken of publiekrechtelijke bevoegdheden.
  • De louter interne activiteiten (denk aan interne administratieve afdelingen, etc.), welke vrijstelling wordt opgerekt in bepaalde gevallen van het onderling inschakelen van diensten door overheden onder elkaar.
  • Bepaalde samenwerkingsverbanden tussen overheden.

SPECIFIEKE VRIJSTELLINGEN

Daarnaast komen er, mede ingegeven door politieke keuzes, specifieke vrijstellingen. Deze gaan gelden voor:

  • Bepaalde overheidsondernemingen die bekostigd onderwijs verrichten.
  • Bepaalde overheidsinstellingen die een academisch ziekenhuis exploiteren.
  • De zeehavenbedrijven, zolang er géén uniforme Europese regels voor de belastingplicht van deze overheidsbedrijven zijn.

GEVOLGEN VOOR DE PRAKTIJK

Uit de toelichting blijkt dat de regering inziet dat deze wetgeving tot een (zeer) aanzienlijke verzwaring van de administratieve lasten voor overheidsbedrijven kan leiden. Mede daarom is er een zogenaamde consultatieronde gestart. Wij delen deze zorg van de regering. Het ‘identificeren’ van aard van omvang van de Vpb-plicht bij overheidsbedrijven zal naar onze mening ook in deze voorstellen lastig zijn. Dit was in het verleden ook steeds een issue bij wetswijzigingen op het gebied van belastingplicht om (semi)overheidsbedrijven. Denk aan de dossiers rond de energiebedrijven en woningcorporaties. Daarnaast is het maken van een fiscale openingsbalans, zeker bij ondernemingen van enige omvang, op zich al een vrij bewerkelijk proces. Tenslotte zal er – zodra er eenmaal Vpb-plicht is – jaarlijks een winstaangifte opgesteld moeten worden. Het is daarbij van groot belang dat de instelling op de juiste wijze haar winst aangeeft. Bijvoorbeeld of de onderneming wel de juiste verrekenprijzen hanteert. Dit kan in de praktijk lastig blijven, omdat de ondernemingen van overheden zich mede richten op het uitvoeren van taken voor en namens die achterliggende overheden. Er zijn op het punt van de jaarlijkse fiscale winstbepaling nog geen flankerende maatregelen aangekondigd.

QUICK SCAN VPB DOOR CERVUS

De adviseurs van Cervus hebben een ruime ervaring met het Vpb-plichtig worden van (semi)overheidsbedrijven. Zij kunnen via een quick scan elke overheidsinstelling en/of nu nog vrijgestelde overheidsdeelneming efficiënt adviseren over de gevolgen van dit wetsvoorstel. Cervus is een volledig onafhankelijk belastingadvieskantoor. Op deze wijze is het uitgesloten dat er een belangenverstrengeling ontstaat met de huisaccountant van de instelling.

Bron: brief van 14 april 2014 van het Ministerie van Financiën aan de Voorzitter Tweede Kamer, kenmerk DB/2014/178M

Delen: