In het kader van de anti BEPS (Base Erosion and Profit Shifting) maatregelen afgesproken binnen de OECD, heeft Nederland additionele transfer pricing documentatieverplichtingen opgenomen in de Wet op de vennootschapsbelasting. De maatregelen worden nader gedefinieerd in een Ministeriële Regeling van 30 december 2015. Wij bespreken hieronder wat de gevolgen zijn voor Nederlandse bedrijven die internationaal opereren.

COUNTRY-BY-COUNTRY REPORTING AND DOCUMENTATION REQUIREMENTS

In de Wet op de vennootschapsbelasting zijn per 1 januari 2016 Country-by-Country rapportageverplichtingen en additionele documentatieverplichtingen opgenomen. Hiermee wordt gestreefd meer transparantie te bereiken over de allocatie van winsten door multinationals aan de jurisdicties waar zij actief zijn. In het besluit van 30 december worden gedetailleerde voorschriften voor de Nederlandse praktijk gegeven waaraan deze documentatie moet voldoen.

GROEPSDOSSIER (MASTER FILE) EN LOKAAL DOSSIER (LOCAL FILE)

Nederlandse vennootschappen behorend tot een multinationale groep met een groepsomzet van tenminste € 50 miljoen moeten in hun administratie een groepsdossier en een lokaal dossier opnemen. De ministeriële regeling geeft aan aan welke eisen deze documentatie moet voldoen.

Het groepsdossier geeft een overzicht van de groep, waarbij de volgende aspecten in ieder geval aan de orde moeten komen:

  • aard van de bedrijfsactiviteiten;
  • algehele transfer pricing gedragslijn; en
  • wereldwijde allocatie van inkomen en economische activiteiten.

Daarnaast wordt verwezen naar de elementen die op basis van de OECD regels in het rapport moeten worden opgenomen, zoals:

  • de organisatiestructuur;
  • een functionele analyse;
  • beschrijving van de immateriële activa;
  • beschrijving van de financieringsactiviteiten; en
  • de financiële en fiscale positie van de groep.

Het lokale dossier moet informatie bevatten die van belang is voor de intercompany transacties waarbij de Nederlandse vennootschap is betrokken, en moet een analyse van de verrekenprijzen bevatten.

NEDERLANDSE MULTINATIONALS MET EEN OMZET VAN TENMINSTE € 750 MILJOEN EURO

Deze groepen met de uiteindelijke moederentiteit in Nederland moeten naast de algemene documentatieverplichting jaarlijks binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar een landenrapport aanleveren bij de Belastingdienst.

Het landendossier moet de wereldwijde winstverdeling van de groep bevatten alsmede de betaalde winstbelastingen in de landen waar de groep actief is. Daarnaast moet het landendossier een overzicht bevatten van alle groepsvennootschappen per land van vestiging, en de activiteiten van deze vennootschappen.

De Belastingdienst wisselt deze informatie systematisch uit met de Belastingdiensten van landen waar groepsvennootschappen gevestigd zijn.

MULTINATIONALE ONDERNEMINGEN MET EEN OMZET VAN MINDER DAN € 50 MILJOEN EURO

Voor deze vennootschappen verandert er in principe niets, zij blijven vallen onder de bestaande documentatieverplichtingen. Dit kan anders zijn als in een ander land waar een groepsvennootschap gevestigd is, de minimumeis van € 50 miljoen euro omzet niet wordt gesteld. In dat geval dient alsnog de uitgebreidere documentatie aanwezig te zijn en moet ook in Nederland een lokaal dossier worden opgesteld.

Wij adviseren alle internationaal opererende ondernemingen te beoordelen of zij aan de additionele documentatieverplichtingen moeten voldoen. De adviseurs van Cervus hebben een ruime ervaring op dit gebied, en kunnen u assisteren bij deze beoordeling en het eventueel opstellen van de documentatie.

Cervus Belastingadvies B.V.
Maarten Jan Brouwer
+31 (0)6 1493 2773
mjbrouwer@cervusbelastingadvies.nl

Delen: