Een van de aangekondigde maatregelen om ondernemers te steunen tijdens de Corona-crisis is de NOW. De NOW vervangt de reguliere Regeling Werktijdverkorting en is bedoeld om werkgevers, in deze tijden van acute en zware terugval in de omzet, via een subsidie te ondersteunen bij het zoveel mogelijk in dienst houden van hun werknemers. Via de NOW wordt een periode van substantiële omzetdaling overbrugd met een tegemoetkoming in de loonkosten. Vanaf 6 april 2020 gaat het elektronisch loket open voor ondernemers om een beroep op deze regeling te doen. Hieronder bespreken wij de belangrijkste elementen van de regeling.

BEREKENING VAN DE TEGEMOETKOMING

De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Voor de loonsom wordt van het sociale verzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen gegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen. Als loon wordt maximaal twee keer het maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Loon boven € 9.538 per maand komt derhalve niet voor subsidie in aanmerking.

De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld.

De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een driemaandsperiode waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier. Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, geldt een afwijkende omzetbepaling.

Met een meetperiode van drie maanden voor de omzetdaling wordt voorkomen dat een vrij beperkte en kortdurende daling van de omzet al in aanmerking komt voor een subsidie uit hoofde van de NOW. Het kan desondanks voorkomen dat de gebruikte tijdvakken voor 2019 niet representatief zijn, bijvoorbeeld door groei van de onderneming of seizoenspatronen. Gegeven de benodigde eenvoud van de regeling, welke noodzakelijk is om op zeer korte termijn zeer veel aanvragen te kunnen behandelen, is een correctie daarvoor niet mogelijk.

Er is voor gekozen om de afname van omzet als uitgangspunt te nemen omdat een lagere omzet betekent dat er minder geld beschikbaar is om salarissen te betalen. Daarnaast is omzetdaling een criterium dat meetbaar en controleerbaar is. Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de (verwachte) omzetdaling op het niveau van de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen geldt de omzetdaling op concernniveau; daarmee wordt zo goed mogelijk aangesloten bij het verband tussen de omzetdaling en inzet van personeel en bij wat het in jaarrekeningenrecht gebruikelijk is. Verkregen subsidies en andere bijdragen uit publieke middelen, zoals bijvoorbeeld het geval is bij scholen en culturele instellingen, worden gelijkgesteld met omzet.

AANVRAAG, VOORSCHOT EN TOEKENNING VAN DE SUBSIDIE

Hierboven is uiteengezet hoe de omzetbepaling berekend zal worden. Aan de voorkant zal, bij de aanvraag van de subsidie, een hanteerbare uitvraag met uitleg plaatsvinden. Werkgevers dienen, naast het opgeven van gegevens als bedrijfsnaam en loonheffingsnummer, de volgende stappen te doorlopen:

  • De werkgever vraagt subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei in verband met een terugval in omzet van meer dan 20%.
  • Als de werkgever verwacht dat het effect van de huidige situatie pas met vertraging in de omzetcijfers zichtbaar wordt, kan de werkgever aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking één of twee maanden later wil laten aanvangen. De loonsom blijft ook in deze gevallen de loonsom van maart, april en mei 2020.
  • De werkgever noteert de verwachte omzet in de drie maanden van de door gekozen meetperiode en vergelijkt deze met de totale omzet in 2019, gedeeld door vier, zodat beide cijfers zien op een omzet over drie maanden.
  • Op basis daarvan berekent de werkgever het omzetverlies in procenten. Dat percentage wordt op het aanvraagformulier ingevuld.
  • Voor bijzondere situaties (het bedrijf bestond niet gedurende geheel 2019; het bedrijf maakt onderdeel uit van een groter geheel), bevat de nadere toelichting op het formulier aanwijzingen voor de juiste berekening van het omzetverlies.

MEERDERE LOONHEFFINGSNUMMERS

Sommige werkgevers hebben meerdere loonheffingsnummers. Als deze werkgever voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, zal de werkgever meerdere aanvragen moeten indienen, namelijk per loonheffingsnummer. De werkgever dient wel de omzetdaling op te geven die hij voor de gehele onderneming verwacht; hij vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.

VOORSCHOT

Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal het UWV een voorschot verlenen van 80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. Gegevens over de loonsom baseert het UWV op de polisadministratie,

waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt ernaar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken.

CONTROLE

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist. Er wordt naar gestreefd om binnen vier weken na publicatie van de regeling duidelijkheid te geven onder welke grens een accountantsverklaring niet is vereist. De regeling kan op dat punt nog worden aangepast. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag

zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld om het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.

EEN PAAR BELANGRIJKE PUNTEN

De loonkosten worden vastgesteld op het brutoloon van alle werknemers (maximaal € 9.538), met een opslag van 30% voor sociale verzekeringspremies, opbouw vakantietoeslag, pensioenbijdragen etc.

De tegemoetkoming ziet voorlopig over de loonkosten van maart tot en met mei. Er wordt een voorschot toegekend van 80% van de tegemoetkoming.

Het voorschot wordt betaald in drie termijnen, dit zal in de praktijk betekenen dat ten tijde van het uitbetalen van de salarissen over april pas een termijn ontvangen is (terwijl de regeling ziet op de maanden maart tot en met mei). Een belangrijke voorwaarde is dat gedurende de periode maart tot en met mei geen werknemers worden ontslagen om bedrijfseconomische redenen. Gebeurt dat wel, dan wordt de door deze werknemers toegekende tegemoetkoming teruggevorderd, met een boete van 50%.

De adviseurs van Cervus Belastingadvies zullen de verdere uitwerking van de NOW in de gaten blijven houden, en u waar nodig van wijzigingen op de hoogte houden. Ook zijn zij graag bereid u te assisteren bij de aanvraag.

Cervus Belastingadvies B.V.

Jan Pieter van Eck Tel: +31 (0)6 2616 4880
Maarten Jan Brouwer Tel: +31 (0)6 1493 2773
Jan Willem Reilink Tel: +31 (0)6 5351 2060

Delen: